Op een maandagmorgen zet je je computer aan en je mailbox overstroomt met sollicitaties voor de vacature die je vrijdag live hebt gezet. Een heel reeks gemotiveerde mensen dansen over je scherm en je kiest er een paar uit om mee in gesprek te gaan. Dat is het ideale beeld, toch?

Maar in de praktijk gaat het vaak anders, zeker in een krappe arbeidsmarkt waarin er meer vacatures zijn dan mensen om ze mee op te vullen. Er solliciteren minder mensen, en soms zelfs helemaal geen! Hoe kom je dan aan goede werknemers? Dat zullen we je vertellen. Door zowel actief als passief talent aan te trekken.

Wat is het verschil?
Kort gezegd: actieve kandidaten zijn op zoek naar een baan, passieve kandidaten niet. Dus wanneer jij in je mailbox een hele rits sollicitaties binnen hebt (good for you!) dan zijn dat allemaal actieve kandidaten.
Het is minder makkelijk om in contact te komen met passieve kandidaten, maar dat betekent niet dat je het niet moet proberen. Er zijn namelijk een heleboel mensen die best een andere baan zouden willen, maar nog geen grens hebben bereikt waarop ze zelf actief de stap gaan wagen.

Strategie actieve kandidaten
Dat deze kandidaten jou actief hebben benaderd, betekent niet dat ze alles maar pikken en oneindig lang geïnteresseerd blijven. Ook deze stroom kandidaten heeft een strategie nodig, waarbij je hen net zo erg overtuigt om bij het bedrijf te komen werken, als zij jou.

Zorg daarom dat je een goed proces opzet. Laat kandidaten niet te lang wachten als ze je eenmaal benaderd hebben en houd ze bij elke stap op de hoogte van wat er nog gaat komen.
Om actieve kandidaten aan te trekken, is de vacaturetekst een van de belangrijkste middelen in je arsenaal. Besteed daar daarom genoeg tijd aan! Niet alleen aan het schrijven ervan, maar ga zitten met de toekomstige manager om goede informatie in te winnen over de ideale kandidaat, zodat je dat kunt gebruiken om een wervende tekst te schrijven (hierover binnenkort meer in een nieuwe blog).

Strategie passieve kandidaten
Als de kandidaten niet naar jou toekomen, moet jij maar naar hen toe gaan. De eerste vraag: waar bevinden je kandidaten zich? Je zou kunnen adverteren op social media, of via LinkedIn op zoek kunnen gaan naar relevante mensen met soortgelijke functietitels om hen zo te benaderen. Ook netwerkevenementen in de betreffende branche kunnen nieuwe contacten opleveren. Maar een groot deel van de strategie om passieve kandidaten aan te trekken, is wat meer lange termijn. Daarom volgen hier drie tips die je ook in kunt gaan zetten in jouw bedrijf.

1. Via via
   Goede vakmensen kennen andere goede vakmensen. Ze werken met elkaar samen bij opdrachten, maar netwerken misschien ook met elkaar in hun persoonlijke leven. Een kandidaat die aanbevolen wordt door iemand die al bij het bedrijf werkt, heeft vaak een hogere kans van slagen. Start daarom een referentieprogramma, waarbij jouw werknemers een beloning krijgen wanneer er via hen een nieuwe collega aangenomen wordt, om zo te stimuleren dat ze in hun eigen netwerk helpen zoeken naar geschikte kandidaten, die jij zelf nooit had gevonden!
   
   
2. Open sollicitaties
   Het kan nooit kwaad een kleine database aan te leggen met mensen die geïnteresseerd zijn in jouw bedrijf en er zouden willen werken, ook als je even geen vacatures hebt. Op jouw website mag de knop voor een open sollicitatie dan ook niet ontbreken! Misschien heb je niet meteen plek voor de sollicitanten, maar het is een ideale eerste plek om te kijken als je weer eens een nieuwe vacature open hebt staan.
   
   
3. Wees een goede werkgever
   Mensen praten met elkaar. Door een goede werkgever te zijn voor je huidige werknemers, gaat je reputatie voor zich spreken. Dit werkt echt op de lange termijn, maar uiteindelijk helpt zo’n reputatie je meer met het vinden van nieuwe teamleden dan één topvacature ooit gaat doen.

Zoals je kunt zien is het dus slim om naast het hebben van een goed proces voor actieve kandidaten, ook aandacht te besteden aan het bereik van passieve kandidaten. Hopelijk heeft deze blog je doen beseffen dat die vijver helemaal niet leeg is, maar dat sommige vissen happen bij ander aas.